Wat zijn modus 1, 2, 3 en 4?

In de laadnorm wordt het laden opgedeeld in een modus genaamd “mode”, en deze beschrijft onder meer de mate van veiligheidsmaatregelen tijdens het opladen.
Laadmodus – MODE – zegt kortweg iets over de veiligheid tijdens het opladen.In het Engels worden dit oplaadmodi genoemd, en de aanduidingen worden gegeven door de International Electrotechnical Commission onder de norm IEC 62196. Deze geven het veiligheidsniveau en het technische ontwerp van de lading weer.
Modus 1 – Niet gebruikt door moderne elektrische auto’s
Dit is de minst veilige afschrijving en vereist dat de gebruiker een overzicht heeft van de afschrijving en de risicofactoren die een rol kunnen spelen.Moderne elektrische auto’s, met Type 1 of Type 2 schakelaar, maken geen gebruik van deze laadmodus.

Modus 1 betekent normaal of langzaam opladen via gewone stopcontacten zoals het Schuko-type, ons gebruikelijke huishoudelijke stopcontact in Noorwegen.Er kunnen ook industriële connectoren (CEE) worden gebruikt, dat wil zeggen de ronde blauwe of rode connectoren.Hierbij wordt de auto rechtstreeks op het lichtnet aangesloten met een passieve kabel zonder ingebouwde veiligheidsfuncties.

In Noorwegen omvat dit het opladen van 230V 1-fase contact en 400V 3-fase contact met een laadstroom tot 16A.De connectoren en kabel moeten altijd geaard zijn.
Modus 2 – Langzaam opladen of noodladen
Voor Mode 2 opladen worden ook standaard connectoren gebruikt, maar wordt opgeladen met een laadkabel die semi-actief is.Dit betekent dat de laadkabel ingebouwde veiligheidsfuncties heeft die de risico’s die kunnen ontstaan ​​bij het opladen gedeeltelijk opvangen.De laadkabel met stopcontact en ‘trek’ die bij alle nieuwe elektrische auto’s en plug-in hybrides wordt geleverd, is een Mode 2 laadkabel.Dit wordt vaak een noodlaadkabel genoemd en is bedoeld om te gebruiken wanneer er geen andere betere laadoplossing beschikbaar is.De kabel kan ook worden gebruikt voor regulier opladen als de gebruikte connector voldoet aan de eisen van de norm (NEK400).Dit wordt niet aanbevolen als perfecte oplossing voor regelmatig opladen.Hier leest u over het veilig opladen van een elektrische auto.

In Noorwegen omvat Mode 2 het opladen van 230V 1-fase contact en 400V 3-fase contact met een laadstroom tot 32A.De connectoren en kabel moeten altijd geaard zijn.
Modus 3 – Normaal opladen met vast laadstation
Modus 3 omvat zowel langzaam als sneller opladen.De besturings- en veiligheidsfuncties onder Mode 2 worden vervolgens geïntegreerd in een speciaal laadpunt voor elektrische auto's, ook wel laadstation genoemd.Tussen de auto en het laadstation zit een communicatie die ervoor zorgt dat de auto niet te veel stroom trekt, en dat er geen spanning op de laadkabel of de auto staat totdat alles klaar is.

Hiervoor is het gebruik van speciale oplaadconnectoren vereist.Bij het laadstation, dat niet over een vaste kabel beschikt, moet een Type 2 connector aanwezig zijn.Op de auto is het Type 1 of Type 2. Lees hier meer over de twee contacttypes.

Mode 3 maakt ook smarthome-oplossingen mogelijk als het laadstation hierop is voorbereid.Vervolgens kan de laadstroom worden verhoogd en verlaagd, afhankelijk van het overige stroomverbruik in huis.Het opladen kan ook worden uitgesteld tot het tijdstip waarop elektriciteit het goedkoopst is.
Modus 4 – Snel opladen
Dit is DC-snelladen met speciale laadtechnologie, zoals CCS (ook wel Combo genoemd) en de CHAdeMO-oplossing.De lader bevindt zich dan in het laadstation, dat een gelijkrichter heeft die gelijkstroom (DC) creëert die rechtstreeks naar de accu gaat.Er is communicatie tussen de elektrische auto en het laadpunt om het laden te controleren en bij hoge stromen voldoende veiligheid te bieden.


Posttijd: 17 mei 2021