Elektrische voertuigen vereisen toegang tot laadpunten, maar het type en de locatie van de laders worden niet uitsluitend door eigenaren van elektrische voertuigen gekozen. Technologische veranderingen, overheidsbeleid, stadsplanning en energiebedrijven spelen allemaal een rol in de laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. De locatie, distributie en het type elektrische voertuigen (EVSE) zijn afhankelijk van de voorraad elektrische voertuigen, reispatronen, vervoerswijzen en verstedelijkingstrends.
Deze en andere factoren variëren per regio en tijd.
• Thuisladen is het makkelijkst beschikbaar voor EV-bezitters die in een vrijstaande of twee-onder-een-kapwoning wonen, of die toegang hebben tot een garage of parkeergarage.
• Werkplekken kunnen gedeeltelijk voldoen aan de vraag naar laadpunten voor elektrische voertuigen. De beschikbaarheid ervan hangt af van een combinatie van werkgeversinitiatieven en regionaal of nationaal beleid.
• Openbaar toegankelijke laadpunten zijn nodig waar thuis- en werkpleklaadpunten niet beschikbaar zijn of niet toereikend zijn (zoals bij lange afstanden). De verdeling tussen snel- en langzaamlaadpunten wordt bepaald door diverse factoren die onderling samenhangen en dynamisch zijn, zoals laadgedrag, batterijcapaciteit, bevolkings- en woningdichtheid, en nationaal en lokaal overheidsbeleid.
De aannames en input die zijn gebruikt om de EVSE-projecties in dit vooruitzicht te ontwikkelen, volgen drie belangrijke meetwaarden die per regio en scenario verschillen: de EVSE-tot-EV-verhouding voor elk EVSE-type; typespecifieke EVSE-laadtarieven; en het aandeel van het totale aantal laadsessies per EVSE-type (gebruik).
EVSE-classificaties zijn gebaseerd op toegang (openbaar of privé) en laadvermogen. Er zijn drie typen lichte bedrijfsvoertuigen: langzaam privé (thuis of op het werk), langzaam openbaar en snel/ultrasnel openbaar.
Privé-opladers
Het geschatte aantal particuliere laadpunten voor elektrische voertuigen in 2020 bedraagt 9,5 miljoen, waarvan 7 miljoen bij woningen en de rest op werkplekken. Dit komt neer op 40 gigawatt (GW) geïnstalleerd vermogen bij woningen en meer dan 15 GW op werkplekken.
Het aantal particuliere laadpunten voor elektrische lichte bedrijfsvoertuigen stijgt tot 105 miljoen in 2030 volgens het Stated Policies Scenario, met 80 miljoen laadpunten bij woningen en 25 miljoen op de werkplek. Dit komt neer op 670 GW aan totale geïnstalleerde laadcapaciteit en levert 235 terawattuur (TWh) elektriciteit in 2030.
In het scenario voor duurzame ontwikkeling bedraagt het aantal thuisladers meer dan 140 miljoen (80% hoger dan in het scenario met vastgesteld beleid) en het aantal laadpunten op de werkplek bijna 50 miljoen in 2030. De gecombineerde geïnstalleerde capaciteit bedraagt 1,2 TW, ruim 80% hoger dan in het scenario met vastgesteld beleid, en levert 400 TWh aan elektriciteit op in 2030.
In beide scenario's zijn particuliere laders in 2030 goed voor 90% van alle laders, maar slechts voor 70% van de geïnstalleerde capaciteit vanwege het lagere vermogen (of laadsnelheid) in vergelijking met snelladers. Particuliere laders dekken ongeveer 70% van de energievraag in beide scenario's, wat overeenkomt methet lagere vermogen.
Openbaar toegankelijke opladers
In het Stated Policy Scenario zijn er in 2030 14 miljoen openbare langzaamladers en 2,3 miljoen openbare snelladers. Dit komt neer op 100 GW aan geïnstalleerde openbare langzaamlaadcapaciteit en meer dan 205 GW aan geïnstalleerde openbare snellaadcapaciteit. Openbaar toegankelijke laders leveren in 2030 95 TWh aan elektriciteit. In het Sustainable Development Scenario zijn er in 2030 meer dan 20 miljoen openbare langzaamladers en bijna 4 miljoen openbare snelladers geïnstalleerd, wat overeenkomt met een geïnstalleerde capaciteit van respectievelijk 150 GW en 360 GW. Deze leveren in 2030 155 TWh aan elektriciteit.
Plaatsingstijd: 5 mei 2021